Frozen Shoulder

De frozen shoulder is een pijnlijke gewrichtsverstijving gepaard gaande met een progressieve vermindering van de beweeglijkheid van de schouder. Deze aandoening treedt op bij personen tussen de 40 en 70 jaar. De piekleeftijd ligt rond de 55 jaar. Diabetici ontwikkelen sneller  een frozen shoulder. Deze aandoening ontstaat meestal spontaan (primaire frozen shoulder)  maar soms is er een onderliggend schouderletsel dat de frozen shoulder uitlokt (secundaire frozen shoulder) bvb na een schouder operatie of  een breuk van de schouder.


Bij een Frozen shoulder is er een onsteking en verstijving van het gewrichtskapsel en van de ligamenten. Hierdoor mindert de beweeglijkheid van het gewricht en vindt er botontkalking van de schouderkop plaats.

Afspraak maken

De Heupkliniek



De aandoening verloopt in stadia:

  • De pijnlijke-freezing fase:
    Wordt gekenmerkt door nachtelijke en mechanische pijn. De mobiliteit blijft bewaard maar is pijnlijk en kan tot 9 maanden duren.
  • De bevroren fase:
    Er is meestal minder pijn maar wel een duidelijk verlies aan passieve en aktieve beweeglijkheid. Meestal ontstaat er pijn door overbelasting van compenserende spiergroepen. Deze fase kan 4 tot 12 maand duren.
  • De resolutie of dooi fase:
    De pijn betert verder en de beweeglijkheid wordt progressief herwonnen. Deze fase duurt 5 maand tot 2,5 jaar.

De diagnose "frozen shoulder" wordt voornamelijk vastgesteld obv het klinisch onderzoek. Bijkomende onderzoeken zijn aangewezen zoals een radiografie, een arthrografie eventueel met CT scan en/of NMR. Voornamelijk wordt er bij arthrografie een verminderd kapselvolume vastgesteld.


De behandeling bestaat voornamelijk uit preventie (voor de secundaire vorm) waarbij snel mobiliseren van het lidmaat de belangrijkste maatregel is. Daarnaast is een adequate pijnstilling nodig. De kinesitherapie is essentiëel en is gericht op pijnstilling en mobilisatie-stretching. Infiltraties met cortisone preparaten hebben hun nut voornamelijk als pijnstilling. Inspuitingen met zalmcalcitonine hebben nut in de eerste fase van de aandoening. Soms wordt dystensie van het kapsel aanbevolen maar dit heeft niet steeds het beoogde resultaat.


Soms wordt  een mobilisatie onder narcose toegepast. Hierbij wordt het herwinnen van de beweeglijkheid van het gewricht en verminderen van de pijn beoogd. Deze methode is controversieel en het resultaat is niet constant. Een arthroscopische release daarentegen geeft globaal gunstig resultaat. Hierbij knipt men het kapsel en de vergroeiingen los met een mobilisatie en dystensie van het kapsel. Deze laatste methode geeft goede resultaten maar wordt best voorbehouden voor die situaties waarbij de stramheid blijft aanhouden ondanks intensieve revalidatie.